Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB6168

Datum uitspraak2007-10-15
Datum gepubliceerd2007-10-23
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/1327 WAZ
Statusgepubliceerd


Indicatie

Termijnoverschrijding in beroep niet verontschuldigbaar.


Uitspraak

07/1327 WAZ Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [A. te B.] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 1 februari 2007, kenmerk 06/6125 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv) Datum uitspraak: 15 oktober 2007 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 september 2007. Appellant is verschenen. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. S. Croes. II. OVERWEGINGEN De rechtbank heeft het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard wegens niet verontschuldigbare overschrijding van de beroepstermijn. De rechtbank achtte niet te zijn gebleken dat appellant om medische redenen buiten staat was tijdig beroep in te stellen of te laten instellen door een ander, bijvoorbeeld zijn echtgenote. Een verklaring van een arts of specialist dat appellant om medische redenen niet in staat moest worden geacht tijdig maatregelen te nemen, is niet aan de rechtbank overgelegd. In zijn beroepschrift en ter zitting heeft appellant aangevoerd dat hij de beroepstermijn slechts een paar dagen heeft overschreden en dat de reden van de overschrijding van de termijn was gelegen in een combinatie van medische behandelingen, veelvuldig ziekenhuisbezoek en problemen met de geestelijke verwerking van een en ander, waardoor hij wel eens zaken vergeet. De Raad overweegt dat het alleszins begrijpelijk is dat appellant wel iets anders aan zijn hoofd had dan te letten op een beroepstermijn. Hij verkeerde echter niet in de onmogelijkheid om tijdig beroep in te stellen. De Raad onderschrijft dan ook het oordeel van de rechtbank dat de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar is te achten. Dit leidt tot bevestiging van de aangevallen uitspraak. Er zijn geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C.W. Ris-van Huussen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2007. (get.) J. Janssen. (get.) A.C.W. Ris-van Huussen. MR